Het Schrale End

Langs de Vaartse Rijn van het Ledig Erf naar Jutfaas

In 1288 werd een kanaal gegraven van Utrecht naar Vreeswijk teneinde de scheepvaart tussen Utrecht en de Rijn te waarborgen. Het kanaal kreeg de naam Vaartse Rijn en maakte deel uit van de zogenoemde Keulse Vaart: de waterroute van Amsterdam naar Keulen.
Dit boek voert de lezer van het Ledig Erf via de Oosterkade, de Westerkade en de Jutfaseweg langs de Vaartse Rijn. Het verhaalt van de boeren die over deze weg naar Utrecht trokken om hun waren te verkopen, van de diligences, de trams en de bussen en van de kroegen en herbergen waar in ruime mate gastvrijheid werd geboden aan passanten.
Ook schenkt dit boek aandacht aan de vele steenbakkerijen die langs de Vaartse Rijn waren gevestigd en aan de riante buitenhuizen van hun eigenaars, zoals Rotsoord, Ruimzicht en De Liesbosch. In de afgelopen honderd jaar veranderde het aanzien van dit gebied enorm: in de eens landelijke omgeving verrezen de Utrechtse wijken Hoograven en Rivierenwijk. Wat echter bleef was de Vaartse Rijn.

« Vorige pagina